1 horizontaal: Beloning voor de portier

Er staat een Chinees voor de cafetaria.
Dat is niet een van de opgaven van de puzzel die hier voor me ligt, al zou het ervoor door kunnen gaan. Ik denk aan iets heel anders en dat begon met die Chinees, bij de cafetaria. Daarvoor gebeurde er veel en daarna gebeurde er nog veel meer, geloof me, maar het werd in gang gezet door die oude Chinees op het stoepje.
Het zou iets met bami kunnen zijn, als die Chinees een crypto was, of met mayo. De eerste opgave van deze puzzel, één horizontaal, is: Een beloning voor de portier.
Twee vier zes acht tien twaalf, dertien letters. Enig idee? Ik denk dat ik er wel op kom. Een ander woord voor beloning? Loon, prijs, honorarium, premie, provisie, inkomen. Genoeg mogelijkheden. En wat doet een portier? Die zit bij de deur, die bepaalt wie er binnenkomt, die waakt, die sluit af aan het einde van de dag of het einde van de nacht. Hangt wat op zijn stoel, loopt wat rond. Dertien letters, over de hele breedte.
Zo kom ik mijn dagen hier wel door. Je moet toch wat als je die berg niet op durft.
Ik hou van taalspelletjes waarin het gaat om betekenis. Hoe kan een woord meerdere betekenissen hebben? Taal lijkt altijd helder en eenduidig maar een simpel cryptogram geeft al aan dat woorden geen houvast geven. Ze kunnen van alles betekenen.
Je moet er wel mee overweg kunnen, met die verwarring, met die verschillende lagen. Frank kan dat niet zo goed, die wil duidelijkheid. Voor ieder ding een eigen woord. Hij werkt met zijn handen, met water en met grond, en voor hem is een schop een schop, en toch kan een schop heel veel dingen zijn, van een schop onder je kont tot een schoppenaas of dat gereedschap van hem.
Frankie is mijn man, dan weet je dat.
De grap is: zelfs zijn naam heeft al zeker tien betekenissen: stoutmoedig, brutaal, een oude zilveren munt, een cd van Amy Winehouse, het liedje van Sade, en een naam die in vrijwel ieder land bekend is maar overal anders uitgesproken wordt.
Terug naar één horizontaal. Wat doet een portier? Waken, een beetje rondhangen, zoals ik al zei. Kijken, vooral kijken de hele dag. Er loopt hier een Fransman rond die dit gebouw aan het einde van de dag op slot draait, een klein kereltje, ook een portier. Afsluiten, hoeveel letters zijn dat? Te veel. Afsluit-, en dan nog iets met een beloning. Afsluitpremie, dat moet het zijn. Beloning voor de portier. Vul ik in.
Heb ik mijn naam al gezegd, zoals het hoort? Alleen die van Frank? In mijn paspoort staat Marlies, maar ze noemen me mijn hele leven al Mar. Twee lettergrepen is voor mij te veel, één lettergreepje is voor Frank te kort, dus iedereen noemt hem Frankie.
Toen hij nog voetbalde had hij ooit een trainer die moeilijke woorden riep vanuit de dug-out. Als ze een voorsprong verdedigden stonden riep hij: Consolideren.
Frank werd er gek van. Hij liep zo midden in de wedstrijd naar de zijlijn en zei tegen de trainer: Wilt u geen woorden zeggen van meer dan twee lettergrepen?
De trainer was slim en vroeg direct: En lettergrepen dan?
Frank was nog slimmer, die zei: Dat zijn twee woorden, meneer de trainer: letter en grepen.
Dat is het verschil tussen ons: taal is voor mij een spel, hem zit het in de weg.
Gister zijn we aangekomen. Mooie plek hoor, echt niet te geloven. Indrukwekkend. Ik heb natuurlijk wel foto’s gezien van mensen uit het dorp die op wintersport gingen en ik dacht dat ik wel wist hoe die bergen eruit zouden zien, maar als je hier zo zit dan is het toch even wat anders.
We reden omhoog en ik hield volgens mij gewoon mijn adem in. Honderden kilometers lang een vlakke weg, tot net voorbij Grenoble, en dan draai je plots die berg op. Klimmen klimmen klimmen. Dat kan bij ons niet. Alleen tegen de dijk op. Dat is een meter of vijf, hier klimt het maar door, bocht na bocht, omhoog omhoog, klimmen klimmen.
Er lag wat verse sneeuw op het asfalt en de auto’s die geen winterbanden hadden kregen het moeilijk. Met die wagen van Frankie maakt dat niks uit, die is wel wat gewend: modder en slippen en glijden. Heel handig voor z’n werk, een sterke motor met fourwheeldrive.
Echt mooi hier, echt niet normaal, ook al heb ik al die tijd alleen nog maar aan deze picknicktafel gezeten en kregen ze mij met geen stuk hout die berg op.
Toen we uit de auto stapten zei ik tegen Frankie: Ik blijf hier beneden. Dit is al hoog genoeg.
Dat wist hij al, hij kent me. Hoog spel spelen met woorden maar bang zijn voor een skipiste.
We zijn hier met onze zoon. Daar zit ook een lang verhaal aan vast, maar als jij nog een wijntje bestelt en ik die puzzel af en toe even laat liggen dan komt dat wel goed. We hebben de tijd, toch? Ze lopen af en aan met flinke glazen witte wijn, die meisjes in die paarse shirtjes. Koud hebben ze het niet. Ondanks die zon hou ik mijn jas aan. En glad is het ook, dus ik blijf het liefst zitten. Soms glibberen die meisjes over de houten vlonders met dienbladen vol bier en een wijntje voor mij, een wonder dat er tot nu toe nog geen glas gesneuveld is.