De Groene Amsterdammer

Feest van gelijkgestemden

Of Carnaval, een levensverhaal telt als geslaagde non-fictie is niet eenduidig vast te stellen. Steeds weer beeldspraak waarin een snippertje confetti een rol speelt is nogal repetitief. Maar juist de herhaling vormt de basis van het carnavalsgevoel. Van Mersbergen heeft zijn hoofdstukken opgedeeld naar de menselijke levenscyclus van (weder-) geboorte tot dood, omdat, zoals hij uitlegt, iedere fase kan worden beleefd in die drie dagen van lol en plezier. Dat is nogal bombastisch, maar dat zijn de praalwagens en verkleedpartijen natuurlijk net zo goed.

Van Mersbergens boek is wild associatief en hij citeert lappen e-mails van mensen die reageerden op zijn oproep om hún beleving van carnaval onder woorden te brengen. Een bonte stoet vreemde stemmen weerspiegelt op een natuurlijke manier het straattafereel tijdens carnaval. Dit lijkt dan ook Van Mersbergens doel: de beleving van het feest vatten als leeservaring. Carnaval werkt alleen als je je er volledig aan overgeeft; hetzelfde geldt voor dit boek. Dus: waarom niet?

Het is Van Mersbergen gelukkig niet te doen om iets ogenschijnlijk plats op te blazen met historische en culturele lucht. Natuurlijk, de Biënnale van Venetië wijdt exposities aan carnaval. De Russische denker Michail Bachtin legde uit hoe al sinds de Middeleeuwen met carnaval gezagsverhoudingen tijdelijk werden omgedraaid, opdat ze de rest van het jaar zonder morren werden geaccepteerd. Van Mersbergen stipt het braaf aan, maar hij koestert niet de verwachting dat de niet-ingewijden het daarmee plots zullen begrijpen. ‘Het voelt een beetje alsof een cowboy uit Texas tegen een New Yorker zegt: “onze gebruiken hebben wel degelijk waarde, want er is een Russische filosoof…” De New Yorker is dan al weggelopen’, schrijft hij.

Verwacht geen keurig overzichtswerk van het carnaval, waarschuwt de schrijver. Hij behandelt sommige buitenlandse voorbeelden wel (carnaval in het Belgische Aalst, bijvoorbeeld) en andere niet (het unieke vijfhonderd jaar oude carnaval in Bagolino ontbreekt, om maar wat te noemen). Een duidelijke methode anders dan Van Mersbergens eigen gedachtesprongen lijkt niet aan dit werk ten grondslag te liggen.

Carnaval, een levensverhaal is daarmee vooral een collage van bonte anekdotes, bewondering voor de taalkundige creativiteit van het carnavalslied en blijk van oog voor de behoefte aan gedeelde ervaringen. Ook geeft Van Mersbergen een veelvoud van elf aan definities van dit ritueel. Het boek telt vijfhonderd pagina’s, maar je krijgt de indruk dat hij nog minstens drie keer zo lang had kunnen doorgaan.

Op deze manier werpt hij impliciet de vraag op in hoeverre een boek daadwerkelijk een substituut voor de ervaring kan zijn. Zeker nu het grote verheugen op de vasteloavend 2023 begonnen is, voelt het haast zonde om te lézen over carnaval. Bij wijze van ode aan het vieren van de zotheid heeft Van Mersbergen een boek geschreven dat bovenal duidelijk maakt nooit de eigen bestaansreden te kunnen vervullen. Iedereen, de schrijver inbegrepen, wil carnaval uiteindelijk liever deinend in de menigte ondergaan dan zittend in de leunstoel. (Casper Thomas)

Jan van Maanen

Allereerst wil ik je bedanken voor het prachtige boek dat je hebt geschreven, Carnaval. Het is een groot bedwelmend pamflet waardoor Vastelaovendmaagden als ik nog maar een ding willen. Als dat je bedoeling was: chapeau! Het vuur was bij mij al lichtjes aangewakkerd door de documentaire Noa ’t Zuuje maar nu ben ik niet meer te houden. Ik zag je boek toevallig, uiteraard, in de winkel, ik pakte het vast en zag dat het ook over mijn vrienden in Venlo ging, en toen moest ik het hebben. Het zijn niet echt mijn vrienden, ze kennen mij helemaal niet en vice versa, maar die film is zo liefdevol en ontroerend dat ik de personages bijna als mijn vrienden ben gaan zien en, na een aantal keren kijken, van ze ben gaan houden. Daar kwam jouw boek nog overheen en dat was de genadeklap: ik ben om!

Volkskrant

Apostel

Het boek Carnaval ontstond vanuit dringende noodzaak. Het was begin 2021 en bij schrijver Jan van Mersbergen drong het besef door dat er geen carnaval zou worden gevierd. Van Mersbergen, die elk jaar vanuit Amsterdam naar Venlo trekt om daar Vastelaovend en alle verwante festiviteiten mee te maken, besloot van carnaval zijn corona-onderwerp te maken. Een non-fictieboek moest het worden, gevuld met kennis, ervaringen, bekentenissen en associaties die samen een portret van het volksfeest moesten opleveren.

Voor Van Mersbergen was dat niet zomaar een exercitie. Hij kent aan carnaval mythische krachten toe. Ergens tijdens het carnaval van 2011 besloot hij zijn leven een nieuwe wending te geven, schrijft hij in het voorwoord. ‘Ik gooide alles om: mijn gezin, mijn werk, mijn leven. Naast ondoorgrondelijk is Carnaval daarom voor mij: terug naar mijn persoonlijke kern.’

Wie zelf weleens carnaval vierde, zal het beamen: het feest is als een roes. Alle remmen los voordat de veertig dagen vasten tot aan Pasen beginnen. Ogen dicht, even wennen, vier dagen onder water en daarna een week herstellen. Van Mersbergen is bij dat fenomeen een zij-instromer. Hij komt uit Almkerk in het land van Heusden en Altena, zo’n beetje boven op de bible belt en dus van – voor carnaval – de verkeerde kant van de rivieren. Een dorp verder wordt wel carnaval gevierd, daar deed hij zijn eerste indrukken op. Veel later ontdekte hij, met een vriendengroep, de Vastelaovend in Venlo. Sindsdien pakt hij de trein naar Limburg, trekt in z’n hotel en stort zich in het feestgedruis, gestoken in een uitdossing die in Venlo pekske heet.

Op die Venlose ervaringen is het boek grotendeels gebaseerd. Van Mersbergen is er een min of meer bekende feestganger geworden. Hij kent de sleutelfiguren van de Venlose Vastelaovend, kan de lokale liedjes meezingen, weet waar je moet zijn en vertelt er op de radio of in kranten over zijn belevenissen.

Maar het boek moest niet alleen over Venlo gaan, of over Limburgs carnaval. Het hele feest moest omvat worden: ook het Brabantse carnaval, dat volgens kenners zo drastisch anders (minder) is, ook het zomercarnaval van Rotterdam en dat van Rio, ook de Jodenpoppen in de optocht van Aalst. Op sociale media plaatste Van Mersbergen oproepen om over carnaval te vertellen. Hij las boeken, goochelde met teksten en ontdekte dat eigenlijk vrijwel alles tot het universum van carnaval behoort. Toon Hermans, Hermann Hesse, Rabindranath Tagore, Bertus Aafjes, Godfried Bomans, Guus Meeuwis, Anton van Duinkerken, Immanuel Kant, David Mitchell, Jennifer Nansubuga Makumbi, Zadie Smith, Sterrin Smalbrugge van Expeditie Robinson – er is amper een cultuurdrager die Van Mersbergen, waarschijnlijk vaak tot hun verbazing, niet weet in te zetten als apologeet van het volksfeest.

Dat levert mooie vondsten en ontroerende passages op, zoals die over de gelauwerde carnavalsvierder Marco Kroon. Het is veel, heel veel. Weer een verhaal over iemand die haar jeugdliefde terugvond in het feestgedruis, weer een omschrijving van wat carnaval nou eigenlijk is, weer een carnavalsgrap. Van barensweeën tot afscheid en wedergeboorte en dat in elluf hoofdstukken, de elementen krioelen door elkaar, proberen op elkaars schouders te klimmen en benemen het uitzicht. Van Mersbergen is een apostel. Hij doet wat apostelen doen: medestanders, geestverwanten, gewone mensen, schriftgeleerden en fervente ongelovigen – iedereen wordt ingezet om van de helende kracht van carnaval te getuigen. Het feest is een onderdompeling, je moet elke paar minuten bovenkomen om adem te halen en verbaasd om je heen te kijken: hier was ik toch al geweest? (Arjan Korteweg)

Marc Peeters

Zojuist de lezing van je (chic gezegd) monografie volbracht. Met genoegen, cum laude zou ik zeggen.

Bas Michielsen

Genoten van je boek over carnaval. Meest herkenbare voor mij was vergeten flesje flügel en de bril met het ontbrekende glas. Beide vorige week weer aangetikt hier in Breda.

Pascal Revenic

Gisteren kreeg ik jouw boek voor mijn 55ste verjaardag. Of zoals jij het getal 55 waarschijnlijk nu zou schrijven ‘vief kier elluf’. Wat een voltreffer zeg. Ben nog maar net aan hoofdstuk twee begonnen, maar wat ik tot nu toe gelezen heb… boh, dat komt binnen, zoals Carnaval hoort te zijn, met een lach en een traan. Nogmaals dank voor dit meesterlijk stukje Vasteloavendsproza! 🙏

Fons Quix

Ik heb je boek in de aanloop naar vastelaovend gelezen. Het heeft mij goed geholpen om ‘erin’ te komen. Ik stort me vanavond met een goed gevoel in de vastelaovend in Waereldsjtad Gelaen

Luc van den Beuken

Un sjon boe:k, mi inbrèng van unne Méélse…! 😉

Wiek Janssen

Ik heb het boek Carnaval van Jan van Mersbergen al twee keer gelezen. Prachtig geschreven en heel herkenbaar. Aanrader!

Anton-Jan Thijssen

Het boek Carnaval ís Carnaval. Een aaneenschakeling van anekdotes en verhalen, van bijna-plat tot diep-filosofisch. Rommelig en chaotisch, met momenten van rust, bezinning en diepe ontroering. Carnaval laat zien dat je niet moet proberen om het te begrijpen. Ervaar het, en lees het, dan gaat het je grijpen.

Prinses Vera d’n iërste van de Gaaskaetel

Prachtig boek!

Hans van Vugt, Prins van Kaaiendonk

Al vanaf de eerste pagina’s van jouw boek ‘Carnaval een levensverhaal’ dacht ik: ik ga deze schrijver een bedankmail sturen. Wat een feest… Van herkenning op iedere pagina, in zinnen en tussenzinnetjes, in woordjes. Dat was nog voor ik op pagina 106 een bekend verhaal van BOMBAST tegenkwam. Bekend om het simpele feit dat ik dit zelf geschreven heb. Een hele eer kan ik je zeggen en ook mooi dat het in de bronvermelding staat. Dank daarvoor. Ik lees af en toe hard op voor aan mijn gezin als er weer een mooie beschrijving van ‘… dat is carnaval’ voorbijkomt. En ze kloppen allemaal! De grootste herkenning zat echter in een kort stukje over de dag na carnaval op pag. 75 (helaas geen 77). Waar jij met de trein en op de fiets terug naar Amsterdam gaat. Prachtig! Ik denk dat ik carnaval dan pas het meeste voel, niet qua vermoeidheid, maar dat verstompt zijn wanneer je weer in de normale wereld komt. En iedereen weer ‘normaal’ doet. Dat doet pijn, maar geeft ook enorm veel lading aan de dagen ervoor. De dagen zoals het leven een heel jaar zou moeten zijn. Ik sloot hier 5 jaar lang als prins de carnavalsmis in Kaaiendonk mee af ‘Besef dagge heel het jaor bestaot, mar meej kernaval pas echt leeft’. Wat is het toch een mooi feest! Dank voor jouw boek!

Leeskost

Uitgebreide liefdesverklaring

Tijdens Carnaval ben ik vader geworden. Dit is de eerste regel van een omvangrijke boek. Een chaotisch boek, waarin toch enige structuur is aangebracht. Structuur in een boek over Carnaval? Carnaval is juist het loslaten van bestaande structuren. De structuur zit hem in het tijdens Carnaval o zo belangrijke cijfer 11, elluf. Elluf hoofdstukken krijgt dit boek, ik had geen doctorandus hoeven worden om dat te verzinnen. Het zullen volle hoofdstukken zijn, met soms geen helder begin of eind, zoals de Carnavalsnacht geruisloos overgaat in de ochtend, maar toch zullen er heldere momenten zijn.

Bij het opslaan van willekeurige bladzijden valt regelmatig het oog op een bewering over Carnaval van de auteur of van anderen, zoals ex-Prinsen. Ik citeer willekeurig: Waar corona een werkelijk gevaar is, een mogelijk dodelijk virus is, is Carnaval dagen achtereen sterven en toch niet doodgaan…Carnaval is een open boek… Carnaval opent mogelijkheden. En een van de verplichte mogelijkheden is samen vieren…Carnaval is geen aanval, maar ook geen verdediging…Carnaval is zo veelkoppig als een museum waar de Nachtwacht  naast idioot geklieder hangt…Dat is Carnaval, een eendagsvlieg die vastberaden is van die ene dag de mooiste dag van zijn leven te maken…De aankondiging van de lente: Carnaval…Carnaval is een feest van een masker opzetten én van jezelf niet verschuilen achter een masker… Eigenlijk is Carnaval in drie minuten te vangen in een liedje dat opeens klinkt, maar ook weer afgelopen zal zijn…

Dit boek staat boordevol verhalen. Van Mersbergen schuwt het niet naast wat hij zelf vertelt ook anderen royaal aan het woord te laten, zoals Godfried Bomans. Niet iedereen is even positief. Zo vindt onze nationale azijnpisser Maarten van Rossum Carnaval karakteristiek voor achterlijke samenlevingen.

Ook aan Carnavalsliedjes en hun zangers wordt uitvoerig aandacht besteed, zoals aan ‘Bloemetjesgordijn’ en Wim Kersten: ‘Mijn platen lopen even lekker als mijn schoenen’. Journalist John Schoorl, zelf dichter, benoemt de poëtische kracht van de teksten, de eenvoud en de plaats die de liedjes hebben binnen andere Carnavalshits, zoals ‘Mien, waar is m’n feestneus’ van (Limburger; AK) en ‘Er staat een paard in de gang van André van Duin.  

Elke Carnaval trekt Jan van zijn huidige woonplaats Amsterdam naar ‘zijn’ Carnavalsstad Venlo. De treinreis erheen is lang. De treinreis terug voelt erg leeg en eenzaam. In Venlo sprak hij een keer aan het ontbijt in een hotel zijn kamergenoot Jur die hem vroeg, waar hij geweest was. Bij dat meisje van gister, weet je wel, die heb je gezien. Gaat helemaal goed komen. Ze kan er alleen vandaag niet zijn, want ze gaat verhuizen. Jur keek niet eens op. Hij wachtte alleen even op een volgende hap ei met spek, en zei: ‘Dus vannacht had je een verhuisdoos.’

Van alles en nog wat wordt in dit boek behandeld, zoals het Rotterdamse Zomercarnaval, Mardi Gras in New Orleans (waar vrouwen met ontbloot bovenlijf hun borsten lieten aanraken in ruil voor absint) en Carnaval op de Antillen en in Brazilië. Kapelaan Rick Blom viert het Carnaval in Heerlen enthousiast mee en doet als laatste het licht uit.

Met verve verdedigt Van Mersbergen Carnaval: carnaval afwijzen vanwege alcoholgebruik, geflirt en overspel is hetzelfde als kerst afwijzen vanwege de lelijke, glimmende kerstballen in de boom, de muziek met belletjes waar Sky Radio de gehele maand december mee vult en Rudolf, het rendier met de rooie neus.

Het boek sluit af met de weemoedigheid van Aswoensdag. Daarna volgen een ‘wild overzicht’ van de geraadpleegde bronnen, een plaatsnamenregister en een naamregister van ‘alle personen die voorkomen in dit boek’, alfabetisch op voornaam gerangschikt. Ik kan het niet nalaten uit dit bonte allegaartje met veel voor mij onbekenden een paar personen te noemen die mij opvielen, volstrekt willekeurig gekozen: Barack Obama, Connie Palmen, Cornald Maas, Felix Meurders, Femke van der Laan, Henk Spaan, Jan Wolkers, Michel van der Plas, drs. P., Tom Dumoulin en Wim Sonneveld.

Een overweldigend boek. Grandioos. Lees telkens een stukje. Als u nu begint hebt u het tegen Carnaval uit en kunt u er, ter plekke of in uw luie stoel, uw voordeel mee doen. (Adrianus Koster)

Sven Volkers

Goed boek!

Een anonieme Carnavalsvierder

Ik vond het feest beter, maar het scheelde niet veel.

De Boekenkrant

Ik kom van boven de rivieren. Mijn eerste aanstelling als docent was op een middelbare school in Oosterhout. Twee weken nadat ik daar was begonnen, was het carnaval. Vrijdagochtend zaten mijn leerlingen verkleed en al in de klas, de bierlucht was duidelijk merkbaar. Waar was ik in beland?

Wat is carnaval? Dat is de vraag die schrijver Jan van Mersbergen zichzelf stelt in het boek Carnaval. Een levensverhaal. In 11 hoofdstukken, elluf, ‘het heilige getal der dwazen’, beschrijft Van Mersbergen feitelijk zijn eigen levensverhaal, waarin het carnavalsfeest de rode draad vormt. Ondertussen probeert hij zelf ook te achterhalen wat carnaval nu eigenlijk is. En dat antwoord blijkt nog niet zo gemakkelijk te geven.

‘Carnaval is van oorsprong een gekerstend heidens volksfeest,’ aldus Wikipedia. ‘Oorspronkelijk rooms-katholiek feest, voorafgaand aan Vastenavond,’ aldus de Dikke Van Dale. ‘Carnaval is er, daar gaat het om,’ aldus Van Mersbergen. Carnaval is niet te omschrijven, niet te bevatten, aangezien er niet één carnaval is. Het boek is een bonte verzameling hilarische anekdotes, historische feitjes, filosofische bespiegelingen en emotionele memories. Er zit geen lijn in, geen verhaal. Evenmin als er een lijn of verhaal in carnaval zit. De rode draad is carnaval zelf en de fases die je als deelnemer doormaakt. Vanaf het moment dat je voor het eerst kennismaakt met het feest tot het moment dat je afscheid moet nemen en slechts kunt uitzien naar volgend jaar.

Wie een monografie verwacht over de geschiedenis van carnaval is bij dit boek niet aan het juiste adres. Daar zijn andere boeken voor. Wie precies wil weten wat hij of zij kan verwachten wanneer je wilt deelnemen aan carnaval, moet evenmin dit boek lezen. Van Mersbergen schrijft net zo chaotisch als het feest zelf is. Het gaat van hot naar her en je hoort de carnavalsmuziek en het feestgedruis figuurlijk op de achtergrond. De lezer krijgt direct zin in een potje bier. Zo is er het verhaal van de man die sinds de jaren zestig zijn traditie in stand houdt: ieder jaar de Maas oversteken om Carnaval te gaan vieren en dan van het pontje plassen.

Twee bladzijdes verder word je echter stil van een mooi persoonlijk verhaal, een diepgaand gesprek en voel je de verbinding met de personen die in het boek aan het woord komen. Bijzonder raakte mij het verhaal van de hoogbejaarde man die al zijn hele leven carnaval viert en daar stug mee doorgaat, ook al kan hij alleen nog maar in zijn stoel bij het raam zitten. Ritmisch klapt hij mee met de muziek van de parade, of de muziek nu speelt of niet. En vervolgens duikt het verhaal weer de chaos in.

Carnaval, een levensverhaal is een aanrader voor iedereen die jaarlijks carnaval viert en voor iedereen die er nog nooit geweest is. Als degelijke protestant van boven de rivieren heeft het mij in ieder geval erg benieuwd gemaakt. Misschien dat ik deze februari toch eens de trein pak naar het zuiden. (Rik Mets)

De Nieuw Contrabas

Hoe langer je in die boek leest, hoe meer je ervan overtuigd raakt van het feit dat Carnaval overal is. Dat vind ik knap. Ik vind het vooral een sympathiek boek, op een of andere manier. Ik heb me met plezier al die verhalen over Carnaval aan laten leunen. (Hans van Willigenburg)

De Limburger

In een nieuw boek, Carnaval, zoekt de Amsterdamse schrijver Jan van Mersbergen naar de betekenis van carnaval. Dat dat voor hem geen kwestie is van een puntige definitie of een bescheiden lemma met wat linkjes op Wikipedia wordt duidelijk wanneer je zijn zoektocht in handen hebt: vijfhonderd pagina’s. Of eigenlijk is het geen zoektocht, want Jan weet allang wat carnaval is. Hij heeft alleen nogal wat woorden nodig om de essentie te vatten.
Eh, dat mís je dus de essentie, toch? Nee. Ik denk dat Jan gelijk heeft: de essentie zit hem in de omweg. In het gedoe, in alles eromheen. Zoveel eromheen dat waar het eigenlijk omheen zit nauwelijks nog zichtbaar is.
De vastelaovend die u viert – of niet viert – rust op de fundamenten van knipoog en schaele wazel, en zit boordevol invented tradition. Dus ook al klinkt ‘nieuwe traditie’ als een tegenspraak in termen, verandering vormt de essentie. (Die dus eigenlijk de omweg is.)
Nu raak ik zelf de draad kwijt, dus terug naar de essentie. Gisteren was ik bij een droevige bijeenkomst. Zo droevig, dat niemand zin zam hebben gehad in vandaag (11 nov). En toch, dacht ik toen ik eenmaal thuis door het boek van Jan bladerde, kan zo’n dag als vandaag helpen. Ook als je niet tussen dronken gaat staan springen. Ook als je thuisblijft. Ook als je wel iets anders aan je hoofd hebt dan niets aan je hoofd hebben. Dat helpen is: weten dat het kan. Dat het er is. Dat er nog iets anders bestaat dan wat je aan je hoofd hebt, en dat dat anders er altijd zal zijn, wachtend tot jij er behoefte aan hebt.
Of zoals Jan schrijft: vastelaovend is een vergiet zonder gaatjes. Er sijpelt niks weg, er gaat niks verloren. (Frans Pollux)

Roel Versleijen – Vors Joeccius XI van Vastelaovesvereniging Jocus Venlo

Toen ik het boek ontving, dacht ik: ik zal er de komende dagen eens een aantal stukken uit lezen. Maar vanaf de eerste regels en de pakkende inleiding heeft het mij gevangen. Ik ben er aan begonnen en heb het in één ruk uitgelezen.

Frans Pollux

Een monument voor het feest!

Kluun

Er is maar één professor in de Carnavalkunde en dat is Prof. Dr. Ir. Prins Jan van Mersbergen d’n Irste.

Björn van der Doelen

Een schitterend ontroerend boek!

Fred Hachee

‘Met licht in mijn hoofd en jou in mijn armen, dat is Carnaval.’ Verdere toelichting compleet overbodig. Prachtig. Uit het gigantische boek Carnaval – een levensverhaal. Dank!

Ralph den Ridder

Heerlijk boek!

Abush Derks

Afgaand op alle verhalen moet ik @janmersbergen toch minstens tig keer tegen het lijf gelopen zijn met Vastelaovend. Wat een héérlijk eerbetoon is dit!

Tim Geelen

Heerlijk boek om te lezen 🔥

Diana Roukema

Dankjewel dat je een stukje verhaal van me hebt opgenomen in je boek. Ik ben er verlegen van!

Astrid van Dam

Wat een mooi boek, ik heb het met veel plezier gelezen. Intens grappig ook. Je kunt wel merken dat het met heel veel bezieling geschreven is. Mooi! Ik had vóór het lezen een behoorlijk sceptische houding, van het zal wel, jullie gaan je goddelijke gang maar zolang ik maar niet aan die gekkigheid mee hoef te doen. Best negatief dus, zeg ik nu met schaamrood op de kaken. Na het lezen heb ik er alle begrip voor, snap ik de bezieling, je hebt me als lezer echt aan de hand meegenomen. Dus kom maar op met die nationale feestdag, alle scholen dicht.